Al in de oudheid werden er urnen voor asbewaring gemaakt
Urnen in de oudheid
Het woord urn komt van het Latijnse ‘urna’, dat afgeleid is van het werkwoord ‘urere’, dat verbranden betekent. Het gebruik van urnen gaat heel ver terug. In de bronstijd werden bijvoorbeeld urnen gebruikt die bijgezet werden in urnenvelden. Uit de resten in die urnen, waartussen verbrande botdelen, heeft men veel kunnen leren over hoe de mensen toen leefden. Ook bij de Grieken en Romeinen werden urnen gebruikt voor asbewaring.
Met de komst van het christendom was crematie lang verboden. Urnen werden niet meer gebruikt totdat ze in de beeldhouwkunst weer opdoken als symbool uit de klassieke oudheid verwijzend naar de dood en de rouw. In de loop van de 19de eeuw ontdekte men weer de urn als middel om de as in te bewaren, en in de 20ste eeuw werd crematie steeds belangrijker tijdens / na de uitvaart. Daarbij deed de urn ook weer zijn intrede op veel begraafplaatsen. Voor het plaatsen van urnen werden muren, columbaria, graven en tuinen geschikt gemaakt. Inmiddels is de urn een object dat men zelf naar eigen inzicht kan laten vormgeven en die zelfs thuis geplaatst kan worden. (Bron: website funerair erfgoed – dodenakkers.nl)